Bij deze richtlijn worden voorschriften vastgesteld die het begrip vaste inrichting, zoals dit toepassing vindt voor de vennootschapsbelasting in elke lidstaat, uitbreiden tot een aanmerkelijke digitale aanwezigheid door middel waarvan een onderneming geheel of gedeeltelijk wordt gedreven. Bij deze richtlijn worden ook bepaalde beginselen voor de toerekening van winsten aan of in verband met een aanmerkelijke digitale aanwezigheid met het oog op de vennootschapsbelasting vastgesteld.